Start: bij het station van Zutphen, centrumzijde
Einde: Hervormde Kerk in de Dorpsstraat van Almen
Afstand: 11 km
Algemeen beeld van deze etappe
Het Berkelpad brengt u vooral stroomopwaarts, maar deze eerste etappe volgt de Berkel eerst naar de monding langs een in de 13de eeuw gegraven molengracht. De uitstroom zelf is niet meer dan een roestige klep, maar het uitzicht op de IJssel vergoedt veel. Daarna volgen we het tracé van de oorspronkelijke loop van de Berkel langs het oude centrum van Zutphen. De beek staat hier nu vrijwel overal droog, maar is nog wel herkenbaar. U heeft ondertussen een schitterend uitzicht op de stadsmuur van het middeleeuwse Zutphen. Via de beroemde Berkelruïne, een waterpoort uit de hoge middeleeuwen, volgt u de Berkel stroomopwaarts. Eerst langs de singels en stadswallen van de oude vestingwerken, daarna richting de randen van de stad. Al snel wandelt u langs agrarisch gebied en landgoederen als De Baank, De Voorst en ‘ t Velde. Na dit laatste landgoed loopt u door het weidse Berkeldal naar Almen. Het beekdal is hier door het waterschap recent opnieuw ingericht. Waar de Berkel tot voor kort als een recht kanaal door het landschap stroomde, wandelt u nu langs brede natuurvriendelijke oevers en fraaie meanders. De etappe eindigt bij de oude dorpskerk van Almen. Mocht u willen kamperen bij camping De Baankreis of overnachten bij Hotel Ehzerwold, dan loopt u nog even verder via de volgende etappe. Ook in Almen zelf is op diverse plekken overnachting mogelijk.
Openbaar vervoer
Het beginpunt is met de trein te bereiken. In Almen brengt bus 54 van Arriva u weer naar het station Zutphen. U vindt de bushalte naast de kerk.
Horeca
Volop horeca in Zutphen, bij het station en in de binnenstad. In Almen idem, maar op kleinere schaal.
Deze etappes lopen?
De routebeschrijving is gratis te downloaden via www.wandelzoekpagina.nl/berkelpad. Routekaarten zijn aldaar ook te downloaden nadat u zich heeft aangemeld als abonnee. Een jaarabonnement kost € 12,50.
De GPX-bestanden van deze route kunt u downloaden via deze pagina.
Deze etappe is tevens beschikbaar via de wandelapp http://www.wandelzapp.nl.
U kunt het Berkelpad ten slotte ook als papieren uitgave bestellen via Anoda Publishing.
Wetenswaardigheden voor onderweg
Zutphen, een eeuwenoude Hanzestad
Zutphen is een van de oudste en best bewaarde middeleeuwse steden van Nederland. Al rond het jaar 300 streek een groep Chamaven, een Frankische stam, neer op een rivierduin nabij de rivier de Berkel. Zij waren niet de eerste bewoners in deze streek, maar sinds die tijd is er altijd bewoning geweest in wat later de plaats Zutphen zou worden. Daarmee is Zutphen bijna 500 jaar ouder dan bijvoorbeeld Deventer, toch ook een oude stad. In 882 plunderden de Vikingen de kleine Frankische nederzetting. Na die aanval werd de nederzetting opnieuw opgebouwd, maar nu met een ringwalburcht, een gracht en palenrijen ter verdediging. In het midden werd een houten hof gebouwd, de residentie van de Graven van Hamaland. Wie de kaart van het huidige centrum bestudeert herkent nog steeds het ronde patroon van straten en marktpleinen. Het huidige langgerekte, halfronde marktplein ontstond toen de ringwal werd vervangen door een stadsmuur en deze later naar het noorden werd verlegd. In het oude centrum van Zutphen zijn nog tientallen panden met een bouwhistorie die teruggaat tot in de 13e en 14e eeuw, al zijn de meeste voorgevels van na die tijd. In de 11e eeuw ontwikkelde Zutphen zich tot een belangrijk administratief centrum. Aan de ’s-Gravenhof, het plein tegenover de grote Walburgkerk, werd het houten grafelijke paleisje vervangen door een tufstenen palts. In dit voor die tijd enorme stenen gebouw bevond zich een grote aula waar de vorsten van die tijd dineerden, recht spraken en regeerden op hun inspectiereizen over hun uitgestrekte grondbezit. In dezelfde tijd ontstond aan de overkant van het plein een kapel. Deze werd in de jaren erna uitgebouwd tot de Walburgkerk, genoemd naar de Engelse abdis en heilige Walburgis. In deze kerk bevindt zich één van de drie nog bestaande librijen in Europa, waar talloze oude middeleeuwse kerkboeken aan kettingen liggen. Zutphen was lange tijd de residentie van de Graafschap Zutphen, door inhuwelijking verbonden met het Graafschap Gelre. Zutphen was in de Middeleeuwen bovendien zeer actief in de Rijnhandel op Keulen en in de Hanze. Vooral in de 14e eeuw bloeide de economie. Aan het eind van de 15 eeuw zakte de handel om verschillende redenen in, onder meer omdat de IJssel verzandde. De 16e en 17e eeuw bezorgden Zutphen vooral armoe en narigheid. Geen enkele oorlog ging het plaatsje voorbij en elke keer werd er zware strijd geleverd. Pas in de 18e eeuw keerde de rust weer. Zutphen heeft nu veel meer een regionale functie, met – tot op de dag van vandaag – een belangrijke rol als centrum van de rechtspraak. Rijkdom werd vooral in de omgeving vergaard. Vermogende lieden, veelal van adel, exploiteerden hun landgoederen in de omgeving van Zutphen en bouwden hun majestueuze winterverblijven in de stad. Zutphen ontwikkelde zich pas laat tot een industrieel centrum. Nu ook dat voor een belangrijk deel verleden tijd is, komt de werkgelegenheid vooral uit de zorgsector en de zakelijke dienstverlening. Vanwege de goede treinverbindingen werken ook veel Zutphenaren in Arnhem, Deventer of Apeldoorn. Wat rest is een eeuwenoud, gezellig centrum met maar liefst meer dan 900 monumenten en een prachtig achterland.
Het molencomplex aan de Molengracht
Hoewel al bijna 800 jaar oud, is de Molengracht niet de oorspronkelijke loop van de Berkel (die volgt later in deze etappe). De Molengracht werd rond 1225 door de zandrug ten noorden van de oude stad gegraven. De Molengracht liep oorspronkelijk buiten de stadsmuren, maar werd al gauw ‘ingelijfd’. De nieuwe beek dreef een complex van acht watermolens aan, op de plek waar de Berkel nu ondergronds stroomt (tussen de winkel van C&A en de snackbar). Het molencomplex vormde eeuwenlang Zutphens industriegebied avant la lettre. De molens werden na ruim 650 jaar in 1886 gesloopt. Jammer, want ze vormden indertijd een imponerend gezicht!
Stroomafwaarts van de watermolens stond de gracht in open verbinding met de IJssel. Boten konden hier afmeren, laden en lossen. Het waterpeil varieerde: soms stond de gracht halfdroog.
De IJssel en de oorspronkelijke monding van de Berkel
Vanaf de IJsselkade heeft u een mooi uitzicht op de IJssel, vooral vanaf het bastion dat de naam draag ‘Bult van Ketjen’ (naar een houthandelaar die hier indertijd een villa had staan). Het stroomopwaartse deel is niet de oorspronkelijke loop, maar werd in 1357 gegraven in een poging om Zutphen te beschermen tegen de ondermijnende kracht van het IJsselwater. De oorspronkelijke loop lag hier waar nu de jachthaven ligt en even verderop, achter het gerechtsgebouw, het brede water van de Vispoortgracht. De IJssel maakte dus op deze plaats een grote bocht en ondermijnde de stadsmuur. Ergens in deze bocht van de IJssel eindigde ook de oorspronkelijke loop van de Berkel. Van deze oorspronkelijke Berkelloop resteren nog het slootje langs de Martinetsingel (bij punt 6 in de route) en de thans droogstaande Binnengracht (bij punt 7 en 8).
De Binnengracht en het Zuidveen
De droge gracht waar u bij punt 7 van de route langsloopt, markeert de vroegere loop van de Berkel via de ‘Binnengracht’, die in de jaren ‘60 van de vorige eeuw werd gedempt. Momenteel is er een initiatief om deze gracht weer watervoerend te maken.
Op de plaats van het laaggelegen parkeerterrein, met de naam ‘Polsbroek’, lag in de tijd van de eerste bewoning een moerassig gebied, het Zuidveen of zoals het in oude documenten heet: het Sutphene. Hieraan ontleent Zutphen zijn huidige naam. Het veen was vermoedelijk een zogenoemd doorstroommoeras, waar het Berkelwater dat er in liep door de dichte vegetatie niet meer als een rivierloop herkenbaar was en waaruit stroomafwaarts weer een nieuw loopje ontstond.
De Berkelruïne
De Berkelruïne of Berkelpoort is vlak na 1312 op last van Graaf Reinald I gebouwd als een waterpoort in de (toen) nieuw gegraven Molengracht. De poort is al eeuwenlang een ruïne, maar anders dan veel andere monumenten in verval, nooit afgebroken om de stenen te verkopen. Al heel vroeg zag men de historische waarde van deze poort in. Dat heeft de Berkelpoort tot op heden doen behouden. Achter de ruïne is de opstapplaats van de fluisterboten, waarmee u een tochtje over de Berkel kunt maken.
De tweede tak van de Berkel
Op de brug aan het einde van het Bongerdspad heeft u zicht op een splitsing van de Berkel. Onder de brug begint de Molengracht, waar u zojuist bent langs gelopen. Voor u naar rechts buigt een tweede tak af, die buitenom de oude binnenstad loopt. Bij gemaal Helbergen wordt het water van deze tak uitgeslagen op de IJssel. Deze tweede tak is breder en voert meer water af dan de Molengracht. Om die reden wordt hij ook wel de Hoofdgracht genoemd.
Huize de Voorst en Huis ’t Velde
De route passeert ter hoogte van Warnsveld de adellijke huizen de Voorst en ‘t Velde. Beide huizen waren enige tijd in het bezit van Arnold Joost van Keppel. Deze jonker was een goede vriend (en volgens historici de geliefde) van Prins Willem III. De bouw van Huize De Voorst is voor hem door de Prins gefinancierd. Om de Prins te gerieven is het rond 1700 gebouwd als een (verkleinde) kopie van Paleis Het Loo in Apeldoorn. De tuinarchitect van Willem III zorgde voor de aanleg van de bijbehorende geometrische tuinen, waardoor het Huis de bijnaam ‘Het Versailles van de Achterhoek’ kreeg. Ook werd er tussen beide huizen een – nog steeds bestaande – ‘zichtas’ aangebracht. Huize De Voorst raakte later in verval en de tuinen werden omgezet in de sierlijkere Engelse landschapsstijl. In 1943 brandde Huize De Voorst tijdens werkzaamheden af, waarna het in latere jaren weer werd opgebouwd.
Arnold Joost had in Zutphen overigens een slechte naam. Om zijn fonteinen te laten sproeien had hij zo veel water nodig dat de stadswatermolens in Zutphen bij gebrek aan water stilvielen. Op 27 april 1703 trok een legertje Zutphense burgers ten strijde tegen de Heerlijkheid De Voorst en vernielden daarbij een aantal bruggen en waterwerken. De plunderingen passen in een golf van klein verzet tegen de almacht van Willem III (waar Arnold Joost mee werd geassocieerd), een burgerprotest in Oost-Nederland dat bekend staat als de ‘Plooierijen’.
Huis ‘t Velde heeft een veel oudere geschiedenis dan Huize De Voorst. Het wordt al genoemd in 1326, hoewel het huidige gebouw is gebouwd rond het begin van de 16de eeuw. Daarbij zijn overigens delen van zijn Middeleeuwse voorganger gebruikt, die nog steeds in het gebouw te zien zijn. Momenteel is het in gebruik als conferentieoord voor de nationale politie.
Nieuwe meanders
In 2014 en 2015 is de Berkel tussen Zutphen en Almen door het Waterschap Rijn en IJssel flink op de schop genomen. In het rechte kanaal dat het tot voor kort was zijn nu vijftien bochten aangelegd, plus een vistrap bij de Besselinkstuw. Het landschap is er een stuk aantrekkelijker door geworden, tot vreugde van de wandelaar! Het Waterschap bereidt momenteel de herinrichting van het stuk tussen Almen en Lochem voor. Ook hier komen nieuwe meanders.
Almen, een welvarend dorp
In 1900 was Almen nog een typisch boerendorpje met een kerk, een school, een herberg, een smidse en een stuk of wat boerderijen. De kerk was er voor de omwonenden, maar zeker ook voor de bewoners van het (niet meer bestaande) landgoed Ter Meulen. Na de vorige eeuwwisseling vestigde zich een zuivelfabriekje in het dorp. Dat bracht groei in het dorp. Nu is het nog steeds een rustig dorpje en een geliefde woonplaats voor forenzen. Er zijn twee hotels en diverse B&B-overnachtingsmogelijkheden.